Het ergste van de energiecrisis krijgen Europese bedrijven nog voor de kiezen. Dankzij langlopende contracten bleef het effect van de hogere energiekosten tot nu toe beperkt. Naarmate meer contracten worden verlengd, zal de klap in kracht toenemen. Voor 2023 krijgen Duitse bedrijven te maken met +40% hogere energiekosten (in vergelijking met 2021), tegenover +90% in Italië en Spanje. Dat blijkt uit onze laatste onderzoek.

Johan Geeroms, Directeur Risk Underwriting Benelux: “Ook voor Nederlandse bedrijven geldt dat de klap nog moet komen. Men denkt dat de energieprijzen momenteel zover zijn gedaald dat de energiecrisis al weer achter de rug is. Dat is een misvatting. Wij verwachten dat de energieprijzen in de loop van het jaar weer oplopen naar recordhoogte en dat de doorwerking steeds groter zal worden. Dat heeft onherroepelijk impact op de marges, winstgevendheid en investeringen van bedrijven.” Niet alleen de langlopende contracten dempen volgens Johan Geeroms de doorwerking van de hogere energieprijzen, maar ook de overheidssteun (die binnen de EU per land sterk verschilt).

In ons rapport staat dat bedrijven in de EU afgelopen jaar gemiddeld te maken kregen met ‘slechts’ +20% hogere energiekosten (terwijl de groothandelsprijzen voor gas en elektra medio vorig jaar respectievelijk met 300% en 200% stegen waarna de prijzen weer terugzakten). Volgens onze voorspellingen pakken de energiekosten voor bedrijven in de EU dit jaar 40 tot 90% hoger uit (in vergelijking met 2021).

“De energiecrisis speelt vooral in Europa. Je zou verwachten dat de concurrentiepositie van bedrijven hierdoor flink is verslechterd ten opzichte van de VS, maar dat valt mee. Hogere lonen en de wisselkoers hebben een veel groter effect dan energiekosten”, zo stelt Johan Geeroms. “Het verhaal is eerder andersom. Door de sterk gestegen dollar is de Amerikaanse concurrentiepositie fors verslechterd. In ons nadeel is dan wel weer dat gas en olie, net zoals andere commodities, in dollars noteren. Voor ons betekent dit geïmporteerde inflatie.”
Dat de VS niet direct voordeel haalt uit onze ‘energiecrisis’ wil niet zeggen dat Europa geen terrein verliest. Volgens de onderzoekers daalde in alle belangrijke EU-landen de export (marktaandeel) vorig jaar. Niet de VS, maar landen in Azië, het Midden-Oosten en Afrika profiteren hiervan. Het meeste terrein wordt verloren in de sectoren agrifood, machines en elektrische apparatuur, metalen en transport.
Johan Geeroms wijst op een opmerkelijke afwijking binnen deze trend. “Vorige week meldde het CBS dat de exportwaarde van Nederlandse landbouwproducten is gestegen met +17%. Als verklaring daarvoor wordt gegeven dat de prijzen zijn gestegen. Maar uit ons onderzoek blijkt dat de Nederlandse landbouw vorig jaar 3% marktaandeel heeft gewonnen, terwijl we voor nagenoeg alle sectoren zien dat de belangrijkste EU-landen vooral marktaandeel verliezen.” Volgens Johan Geeroms komt dit gedeeltelijk door herverdeling van agrarische importen binnen de EU, “maar zeker ook door de algehele voorspong van de Nederlandse agrifood-sector. Denk aan zaadveredeling en technologische vernieuwing. Dankzij instituten als Wageningen University en TU Delft prijkt Nederland mondiaal bovenaan.”