Begin dit jaar leidden de zorgen over de Chinese economie tot fikse dalingen op wereldwijde aandelenmarkten. De openlijke onrust over China kalmeerde, maar het negatieve sentiment woekert voort. Uit onderzoek blijkt dat Europese bedrijven steeds pessimistischer oordelen over China.

Van de Europese ondernemingen die actief zijn in China, zag de helft zijn omzet het afgelopen jaar niet groeien. 41% van de bedrijven is van plan zijn activiteiten in het land opnieuw te bekijken en in de kosten te snijden. Niet alleen het afkoelen van de Chinese economie baart bedrijven zorgen, ook het ondernemingsklimaat verslechtert, zo stellen de bedrijven. Niet eerder toonden Europese bedrijven zich zo pessimistisch als nu. Zo blijkt uit de Business Confidence Survey, een jaarlijks onderzoek dat wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Kamer van Koophandel.

Dichte deur

Europese bedrijven in China klagen over de ongelijke behandeling ten opzichte van Chinese bedrijven. Ook een doorn in het oog zijn de toenemende beperkingen bij internetgebruik en minder marktwerking dan beloofd. Terwijl de rode loper voor Chinese bedrijven in het westen steeds vaker wordt uitgerold, komen Europese bedrijven in de Volksrepubliek in toenemende mate voor een dichte deur te staan, zo stelt de Europese KvK. Wilde 3 jaar geleden nog 86% van de bedrijven uitbreiden in China, nu staat de helft van de ruim 500 onderzochte bedrijven op de rem als het gaat om nieuwe investeringen.

Eigen bedrijven eerst

Naarmate er meer eigen Chinese bedrijven opkomen, kampen andere (buitenlandse) bedrijven in toenemende mate met beperkingen. In het rapport van de KvK wordt als voorbeeld gewezen naar telecomgigant Huawei en financieel conglomeraat ICBC, die volgens de belangenclub ‘zonder enige beperkingen’ hun vleugels uit kunnen slaan in Europa. Juist in de sectoren waarin de beide Chinese bedrijven actief zijn, lopen buitenlandse bedrijven in China tegen muren aan. Nieuwe veiligheidswetten zijn daar mede debet aan, stelt de KvK. De ‘vage taal’ die gebruikt wordt in de wetten geeft de overheid de mogelijkheid om ‘staatsveiligheid’ als argument te gebruiken om buitenlandse bedrijven markttoegang te kunnen ontzeggen. Zo’n 40% van de Europese bedrijven die meewerkten aan het onderzoek geven al aan zich op basis van dergelijke wetgeving ‘gediscrimineerd’ te voelen.

Vrijhandelszones

De vrijhandelszones die zijn opgezet moesten buitenlandse bedrijven de mogelijkheid bieden om op eenvoudiger wijze toegang te krijgen tot de Chinese markt. Ook dat is maar in beperkte mate gelukt, stelt de KvK.