De sociale risico’s zijn wereldwijd vooral toegenomen door de stijgende kosten voor levensonderhoud. Ook is de kloof tussen geavanceerde economieën en opkomende markten verder vergroot. Dat blijkt uit ons rapport over Social Resilience Index (SRI).

Aan de hand van 12 indicatoren werd de economische en sociale veerkracht van 185 landen gemeten. In vergelijking met 2021 daalde de index in 2023 met 2,1 punten. Dat gemiddelde loopt ook quasi gelijk met de score van België (-2,2 punten) dat zich nog net binnen de top 20 van ‘best presterende landen’ nestelt. Denemarken piekt als beste sociaal veerkrachtig land, gevolgd door Finland en Zwitserland. Buurland Nederland treedt de top 10 binnen en kent van alle westerse economieën de hoogste verbetering. GH Luxemburg staat op 7.

Johan Geeroms, onze Directeur Risk Underwriting Benelux: “De gebruikte indicatoren voor de index variëren van politieke stabiliteit, arbeidsparticipatie, inkomensongelijkheid, naar vertrouwen in de overheid en verwachte overheidsuitgaven voor onderwijs, gezondheid, sociale zekerheid... Toenemende sociale risico’s en onrust hebben aanzienlijke gevolgen voor de economie. Mondiaal gezien is de situatie verslechterd en we denken dat deze negatieve trend doorzet.”

Johan Geeroms wijst op de volle verkiezingskalender voor 2024 en de toenemende kans op politieke onrust die de wereldeconomie ondermijnt. Sociale onrust schrikt investeerders af. In veel regio’s zien we conflicten en politieke instabiliteit toenemen. Volgend jaar gaat 75% van het mondiale bbp naar de stembus, inclusief de VS, de EU en India. Dat betekent onzekerheid en dat is nooit goed voor de economie. De kans op verstoringen en handelsbelemmeringen neemt alleen maar toe.

Ons rapport registreert dat de kloof tussen de armsten en de rijksten groter was in België (5 punten), Nederland (3 punten), Spanje (2 punten) en Duitsland (1 punt). Terwijl de kloof relatief beperkt was in Frankrijk en het VK (ongeveer 0,1 punt voor beide).

Dat is een belangrijke vaststelling. België kent dan wel een koppeling van de loonindex aan de inflatie, maar als de energieprijzen in 2024 terug stijgen, dan ondervinden hoofdzakelijk de laagste inkomens daarvan de gevolgen. Want dan rest er minder geld voor de primaire levensbehoeften en de kwaliteit van het leven.   

De Belgische inflatie staat nu begin november dan wel op een gunstige 0,36% door de lagere energieprijzen, maar dat is slechts tijdelijk en geeft een misleidend gevoel van veiligheid. Bovendien heeft dat percentage enkel betrekking op de periode oktober 2022-oktober 2023 waarin de periode november 2023, met een hogere inflatiegraad, niet is opgenomen.

Stijgende prijzen voor de primaire levensbehoeften (voeding, behuizing, transportmiddelen en gezondheid) treffen dus vooral huishoudens met een laag inkomen. Dat kan de sociale onrust vergroten.

De voedselprijzen zijn in België immers aan een inhaalbeweging toe, nadat de food retail vorig jaar de hogere energie-, productie- en personeelskosten niet doorrekende aan de winkelkar van de consument. Zo gingen in 2022 de aankoopprijzen van voeding en allerhande verpakkingskosten voor de supermarkten fors omhoog. Zij rekenden dit niet voor het volle pond door.

In 2023 zijn de aankoopprijzen fors verlaagd op de internationale markten (hoewel nominaal nog relatief hoog tegenover de vooroorlogse situatie). Maar de supermarkten hebben hun verkoopprijzen niet verlaagd. Integendeel, ze hebben in 2023 een inhaalbeweging gemaakt om het gederfde margeverlies uit 2022 goed te maken.

Het fenomeen van de ‘graaiflatie’, waarbij grote bedrijven profiteren van de inflatie door hun prijzen te verhogen om zo hogere winstmarges te halen, blijft in 2024 dus als een zwaard van Damocles boven de hoofden hangen. Komt daarbij dat de mindset van mensen dermate geprogrammeerd is, dat ze verwachten dat de inflatie zal toenemen en dat alles sowieso duurder wordt.

Uit het rapport blijkt dat landen die afhankelijk zijn van voedsel- en brandstofimport, de grootste toename van sociale onrust riskeren. Het tegenovergestelde effect is te zien bij grondstoffenexporteurs zoals de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Koeweit. Die stijgen flink op de index.

Alle geavanceerde economieën zijn in de top 50 van de index terug te vinden. In al die landen zie je dat burgerparticipatie relatief goed is ontwikkeld. Betrokkenheid en gemeenschapszin zijn belangrijke buffers voor sociale onrust.

Een nieuwe bedreiging voor sociale veerkracht is de opkomst van kunstmatige intelligentie (AI) dat kan leiden tot aanzienlijk verlies van werkgelegenheid. Natuurlijk biedt het ook mogelijkheden. Maar zelfs geavanceerde diensteneconomieën zullen een tandje bij moeten zetten om de technologische versnelling bij te benen.

stijgende-kosten

75 results

europese-besparingen

apr. 19, 2024

Belgen hebben steeds meer geld

Het bedrag dat Belgen de afgelopen 20 jaar gemiddeld bijkregen per jaar aan extra geld was €2.380. Dat blijkt uit ons rapport over extra geld in de negen belangrijkst EU-landen. Lees meer hier.

consumentenvertrouwen

apr. 10, 2024

Risico van wanbetaling wordt steeds groter

Wereldwijde bedrijven betalen hun facturen steeds later. Gemiddeld steeg de DSO wereldwijd met +3 dagen, tot 59 dagen in 2023. Meer weten? Lees het hier.

consumentenvertrouwen

mrt. 26, 2024

Wat zijn de vooruitzichten voor de auto-industrie?

Ons Economic Research Center zet in dit rapport de vooruitzichten voor de automotive sector op een rij. Lees hier de samenvatting of download het rapport.

75 results