Johan Geeroms - Manager Risk Underwriting

Al decennialang weten landbouw en luchtvaart elkaar te vinden. Denk bijvoorbeeld aan sproeivliegtuigen. Onlangs meldde BoerenBusiness dat vliegtuigbouwer Airbus zich op de precisielandbouw stort met satellietdata en gebiedsscans. Maar dé grote, nieuwe ontwikkeling is natuurlijk de inzet van drones.

Met luchtfotografie (spectraal fotografie) zijn percelen perfect in beeld te brengen. Vanuit Zierikzee voert Aerial Service Holland zogeheten High Resolution Remote Sensing vluchten uit ten behoeve van duurzaam management en teeltprocessen in de landbouw. Tekort aan nutriënten, schades, slecht functionerende drainage, een haperende kunstmeststrooier of vochtige bodems; in één oogopslag zijn ze te zien en te beoordelen. Met luchtfoto’s gemaakt in zogenoemde RGB-waardes (rood-groen-blauw) zijn bijvoorbeeld vrij gemakkelijk inschattingen te maken van de hoeveelheid organische stof.

Flink kostenvoordeel

Iedere individuele teler kan zo’n vliegtuig of helikopter laten komen om zijn areaal in beeld te brengen. De kosten hiervan zijn relatief hoog. Om het betaalbaar te maken, moet je dit  het liefst met een paar agrariërs samen doen. Of: gebruik een drone! Door de komst van unmanned aerial vehicles (UAV’s) is teledetectie voor elke boer bereikbaar. Eenvoudige drones van pakweg 500 euro en een GoPro camera bieden al zoveel meer informatie en inzicht dan met het blote oog tijdens gewasrondes of spuitwerkzaamheden te zien is.

Als je geen zin hebt om een drone te leren besturen, (en geen zoon hebt die het leuk vindt) is er altijd wel een bedrijf dat je kan helpen. Zoals de firma Dronewerkers (een samenwerkingsverband van onder meer Loonbedrijf Thijssen, Akkeranalyse en Aurea Imaging). Zij werken op landelijke schaal en brengen met een eBee-drone per perceel bijvoorbeeld groeiverschillen van gewassen in kaart. Dit soort drones zijn in staat om honderden hectares per dag vast te leggen met een precisie van enkele centimeters.

Drone met vleugels

Nieuw is de ontwikkeling van een hybride drone die de flexibiliteit van een helikopter combineert met de snelheid en het bereik van een toestel met vaste vleugels. Deze drone, Marlyn genaamd, kan verticaal opstijgen en dus op moeilijk bereikbare plekken vertrekken en landen. Door horizontaal te vliegen haalt Marlyn een hoge snelheid en kan een projectlocatie tot 10 maal sneller inmeten. Het gaat hier om een bachelorproject van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de Technische Universiteit Delft.

Marc Calon, voorzitter van LTO Nederland, liet begin juni nog weten dat volgens hem “drones, big data en precisielandbouw een grotere impact op de landbouw hebben dan de overgang van het paard naar de trekker.” “Pas het toe, leer ervan en gebruik het”, is zijn devies.

Een paar apart

Luchtvaart en landbouw zijn als een echtpaar waarvan de partners totaal verschillend zijn. Eén overeenkomst hebben ze wel: het zijn grootvervuilers. Beide sectoren zorgen voor een kwart van de particuliere CO2-uitstoot. Tel daarbij op dat we veel landbouwproducten importeren en exporteren door de lucht. Dit bracht René van Druenen, kenner van de Food- en agri-economie, op het originele idee om tot een nieuw samenwerkingsverband te komen tussen de landbouwbouw en de luchtvaart: gebruik het CO2-compensatiebedrag van de luchtvaartsector om de landbouwsector te stimuleren te gaan experimenteren met zogeheten ‘natuurinclusieve landbouw’: dit is een hoogproductief landbouwsysteem dat de diensten die de natuur levert, effectief gebruikt en borgt, en waarin bedrijven veerkrachtiger kunnen reageren op klimaatveranderingen. Ik zou zeggen: ready for take off!