Door de klap die de economie oploopt door COVID-19 zijn consumenten fors meer gaan sparen. In Europa wordt 1,3 biljoen euro extra gespaard. Nederlanders lopen daarbij, samen met de Duitsers, voorop. Onze researchafdeling heeft becijferd dat de spaarquote in Europa is opgelopen tot gemiddeld 36%.

De spaarquote is het deel van het inkomen dat consumenten sparen (en beleggen). In ons land was dat een paar maanden geleden ongeveer 15%, nu bijna 40%. Over een paar maanden, als de lockdown is afgebouwd, zal de spaarquote in ons land naar verwachting rond de 25% schommelen, om eind 2020 terug te zakken richting 20%.

Minder consumptie, meer werkloosheid

In heel Europa is een dergelijk beeld te zien. Door de lock downs is consumptie (van uit eten gaan tot reizen) letterlijk onmogelijk geworden. Dat resulteert in een verlaging van de particuliere consumptie van gemiddeld zo’n 35%. Tel daarbij op dat veel Europeanen een deel van hun inkomen verliezen omdat ze (gedeeltelijk) werkloos raken. Naar schatting een derde van de beroepsbevolking. Ook dat doet de particuliere consumptie verder dalen.

Als de lock downs zijn opgeheven zal de consumptie aantrekken maar onze researchafdeling verwacht dat het niveau van vóór corona niet wordt gehaald. De spaarquote zal eind 2020 boven de 20% stabiliseren. Omgerekend zal er in Europa 400 miljard euro minder worden geconsumeerd. Dat is 3% van het BBP.

Niet alleen consumenten zijn terughoudender, dat geldt ook voor banken. Zij zullen de kredietvoorwaarden aanscherpen en de drempel verhogen voor het verstrekken van nieuwe leningen. Ook dat veroorzaakt, naast de terugval van de consumptie, een rem op het herstel van de economie.