Chinese bedrijven die in de EU vrijelijk met staatssteun kunnen investeren, terwijl omgekeerd Europese bedrijven in China maar beperkt ruimte krijgen en gedwongen worden technologische kennis vrij te geven. De EU heeft er schoon genoeg van. Het is de hoogste tijd voor een ‘gelijk speelveld’.

Dat hebben voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen en Angela Merkel, tijdelijk EU-voorzitter, nog eens duidelijk gemaakt tijdens de videotop met de Chinese president Xi Jinping. Al zeven jaar wordt er onderhandeld over een handelsakkoord tussen de EU en China. Mogelijk dat er voor het einde van dit jaar nog handtekeningen worden gezet. Het belangrijkste doel van het video-overleg was een overeenkomst te bereiken over de wederzijdse investeringsvrijheid. Op verschillende fronten heeft Peking concessies gedaan.

Oneerlijke concurrentie

Zo is China bereid afspraken te maken over hoe Chinese staatsondernemingen zich op de Europese markt dienen te gedragen. Tot nu toe legde de EU deze bedrijven geen strobreed in de weg als zij met staatssteun overnames wilden doen. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie en frustratie, want Europese bedrijven mogen zich niet bedienen van overheidssteun.

Al eerder waarschuwde de Europese Rekenkamer dat de EU zich beter moet wapenen tegen de investeringsstrategie van China. Sinds de jaren 80 stimuleert de Chinese overheid staatsbedrijven en particuliere ondernemingen te investeren in strategische sectoren in het buitenland, zoals grote infrastructuurprojecten