Met enkele honderdduizenden midden- en kleinbedrijven is de Nederlandse MKB-sector zonder enige twijfel een gigantische banen- en inkomstenmotor te noemen. Toch wordt toegang tot krediet slechts ontoereikend gevonden. Met het uitbreiden van de MKB Innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) probeert de Nederlandse overheid het midden- en kleinbedrijf tegemoet te komen, maar in hoeverre dit daadwerkelijk gaat helpen is de vraag.

Het MKB vindt moeilijk de weg naar krediet. Een deel van het probleem huist in het gegeven dat veel ondernemers niet op de hoogte zijn van de verschillende kredieten die voor het MKB beschikbaar zijn gesteld, oordeelt Walter Toemen, Risk Director van kredietverzekeraar Euler Hermes. Wat hieraan valt te doen? “De overheid moet meer adverteren met de diverse innovatiekredieten.” Zeker wanneer de toegang daartoe wordt uitgebreid, zoals nu met de MIT het geval is. “Die was eerder al bereikbaar voor de topsectoren, maar bleek dus niet haalbaar voor een groot deel van het Nederlandse bedrijfsleven.”

Daarnaast zouden de overheid en de bankenwereld zich meer kunnen richten op het MKB, zodat de informatievoorziening met betrekking tot innovatiekredieten verbetert, oordeelt Toemen. “MKB’ers hebben moeite met het bereiken van broodnodig kapitaal, het zou goed zijn als zij meer gewezen werden op de diverse innovatiekredieten.” Veel innovaties vinden namelijk hun oorsprong binnen het MKB. “De overheid heeft er dus veel belang bij om het midden- en kleinbedrijf gezond te houden.”

Zetje in de rug voor het MKB

Nederland staat bekend als een toonaangevend kennisland, met een sterke economie. “Om onze economie zo concurrerend te kunnen houden, moeten niet alleen de topsectoren worden bereikt, maar moet ook juist het midden- en kleinbedrijf een zetje in de rug krijgen.” Het feit dat álle politieke partijen binnen het regeerakkoord het hiermee eens zijn, geeft aan dat het MKB het inderdaad niet eenvoudig heeft. Terwijl de MKB-sector gigantisch veel betekent voor de Nederlandse economie: exclusief zzp’ers zijn er bijna 250.000 midden- en kleinbedrijven actief. Recent onderzoek van het CBS, gebundeld in ‘De Staat van het MKB’, schetst de huidige situatie, waarbij groei binnen het midden- en kleinbedrijf slechts is voorbehouden aan een kleine kopgroep van bedrijven. Een groot deel van het MKB verwacht weinig tot geen groei, omdat financieringsmogelijkheden onvoldoende beschikbaar zijn.

Of iedere ondernemer met een innovatief idee nu in aanmerking komt voor een innovatiekrediet, valt nog te bezien. “De MIT-regeling is sterk gericht op samenwerking tussen bedrijven. Dus wanneer twee ondernemers een vergelijkbaar idee hebben, doen ze er slim aan om samen te gaan zitten en van daaruit een aanvraag in te dienen”, legt Toemen uit.

Ook kan het MKB profiteren van onderzoek dat door grote (technologische) bedrijven wordt verricht, om te achterhalen waar behoefte aan en interesse in bestaat. “Het MKB kan vervolgens met de uitkomsten van dit onderzoek aan de slag, door aan de hand daarvan diensten of producten te ontwikkelen of te verbeteren.”

Vraag

De uitbreiding van het MIT-innovatiekrediet is veelbelovend, maar moet nog verder gestalte krijgen. “In het regeerakkoord wordt gerept over een extra bedrag van 400 miljoen euro per jaar, maar de verdeling is op dit moment nog onduidelijk. Welk deel komt beschikbaar voor de grote technologische instituten, hoeveel is bedoeld voor de publieke-private samenwerking tussen technische universiteiten en hogescholen en wat blijft er over voor het MKB?” Verdere verduidelijking blijft dus noodzakelijk.