
In het onderzoek wordt gekeken naar geld dat opzij wordt gezet (sparen, beleggen en pensioengeld). Johan Geeroms, onze Directeur Risk Underwriting Benelux: “De leidende positie van de afgelopen twintig jaar dankt Nederland vooral aan het sterke pensioenstelsel. Kijken we naar de laatste tien jaar dan zien we een duidelijke terugval. Pensioenfondsen moesten kortingen doorvoeren. Ook de inflatie van de laatste jaren heeft ‘het appeltje voor de dorst’ van de Nederlanders bovengemiddeld hard geraakt.”
Het rapport laat zien dat extra geld voor huishoudens op twee manieren groeit:
- of door opbrengsten (zoals rente, dividend of waardevermeerdering van effecten)
- of door nieuw ‘vers’ geld opzij te zetten.
Inflatie hakt erin
Kijken we naar de nominale waarde van het extra geld dat de afgelopen tien jaar in de EU werd opgebouwd, dan ging 80% van het rendement verloren door inflatie. In Oostenrijk en Duitsland was het reële rendement zelfs negatief. In de periode 2004-2014 was het waardeverlies veel minder, maar nog altijd 55%.
Volgens Johan Geeroms was het reële rendement in Nederland in het jaar dat de oorlog uitbrak in Oekraïne ((2022) -24,7%. “Dat was het grootste waardeverlies binnen de EU dat jaar. Die volatiliteit is een logisch gevolg van de effectenbeurzen waar het vermogen wordt geparkeerd. De kans op goede en slecht jaren is groter. Over de langere termijn gezien hebben de Nederlanders en de Finnen zoveel meer rendement gemaakt dan de klassieke spaarders als Duitsland en Oostenrijk. Ik zie geen reden om aan te nemen dat dat in de toekomst anders zal zijn. Voor de groene en digitale transformaties is veel kapitaal nodig. Als nieuwe generaties hier goed op inspelen is de kans reëel dat ze nog beter te presteren dan als hun voorgangers.”