De Europese bouwsector krimpt in 2023 en zal ook in 2024 geen groei laten zien. De situatie in Nederland laat hetzelfde beeld zien. We gaan uit van een productiekrimp van 1 à 2 procent. Pas in 2025 zal de bouwproductie weer gematigd groeien.

Ook al lijkt de kosteninflatie over de ergste piek heen, grote onzekerheid blijft bestaan over geopolitieke ontwikkelingen en macro-economische factoren, zoals hypotheekrente en krapte op de arbeidsmarkt. Verder heeft de bouwsector in Nederland veel last van de aanhoudende politiek-bestuurlijke impasse rondom natuur- en stikstofvergunningen.

Na een hoopvol begin in 2022 sloeg in het voorjaar het sentiment in de Europese bouwsector om van optimistisch naar pessimistisch. 2022 was het tweede jaar van herstel voor de Europese bouwsector na het uitbreken van de COVID-19-pandemie. De jaar-op-jaar groeicijfers van 3 procent waren echter al beduidend lager dan bijna 6 procent in 2021. Met als belangrijkste reden de forse stijging van de bouwkosten. In Nederland viel de groei in 2022 (+2 procent) al lager uit dan het Europese gemiddelde. In 2021 was de groei met meer dan 8 procent nog hoger dan het Europese gemiddelde.

Mede door de oorlog in Oekraïne zijn de bouwkosten sterk opgelopen. Dat geldt ook voor de prijzen van brandstof en energie. Hoewel er begin 2023 sprake lijkt van enige normalisering zullen de prijzen van bouwmaterialen wellicht nooit meer het niveau bereiken van voor corona. Om een indicatie te geven van de (grootste) prijsstijgingen vanaf begin 2022: zand en grind: +24 procent, baksteen: +10 procent, cementproducten: +35 procent, glas +21 procent. Gemiddeld zijn de prijzen van bouwmaterialen in 2022 met bijna 11 procent gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Omdat veel prijzen van bouwmaterialen volatiel blijven is het raadzaam voor bouwondernemingen om te blijven werken met prijsherzieningsclausules of dagprijzen in hun contracten.

Niet alleen de prijs van bouwmaterialen baart zorgen, ook de toelevering ervan. Sinds corona is de supply chain verstoord geraakt. Eerst door de lock downs overal in de wereld, daarna volgde de oorlog in Oekraïne. Hoewel Nederland niet direct betrokken is bij de oorlog, heeft het conflict grote invloed op onze economie en ook de bouw. Producten als staal, aluminium en hout worden in grote hoeveelheden uit Rusland en Oekraïne gehaald. Door de oorlog (o.a. door sancties) is dat stilgevallen. Er staan bijvoorbeeld meerdere grote aluminiumfabrieken in Oekraïne, maar die zijn vanwege de oorlog stilgelegd. Maar ook de toelevering van andere materialen raakte verstoord waardoor voorraden bij bedrijven onder druk staan. Denk aan glas, baksteen, kit, kranen, pvc-buizen en dakpannen. Dit leidt op brede schaal tot opstopping en vertraging van het bouwproces.

Het tekort dwingt bedrijven om te werken aan nieuwe oplossingen, zoals het demonteren van gebruikte bouwmaterialen om ze te hergebruiken (denk aan betonpuin, hout, staalafval en kunststof). Ook ‘nieuwe’ methodes als modulair, prefab en 3D-printing bouwen winnen aan populariteit. Het verlaagt de bouwkosten, het levert tijdwinst op en het draagt bij aan een duurzamere wereld.

De mix van vertraging, tekort aan personeel en de sterke prijsschommelingen leidt tot veel discussie tussen bouwbedrijven en hun opdrachtgevers. Wie moet hiervoor opdraaien? Normaal dekken bouwers prijsrisico’s af met het vooraf tegen vaste prijzen inkopen van een groot deel van de materialen. Daarnaast kunnen ze met opdrachtgevers prijsindexaties afspreken. Deze methoden bieden nu geen uitkomst. Vast afgesproken prijzen zijn geen uitkomst meer, omdat toeleveranciers terugkomen op hun toezeggingen. Indexaties dekken de explosieve prijsstijgingen van hout, staal of cement niet af. De situatie vertraagt de plannen van opdrachtgevers, leidt tot problemen bij het afsluiten van nieuwe contracten en maakt het opnieuw bekijken van budgetten noodzakelijk.

Net zoals veel andere sectoren, hebben ook veel bouwbedrijven de grootste moeite om aan geschikte vakmensen te komen. Feitelijk is het tekort aan personeel in de bouw al ontstaan tijdens de financiële crisis in 2008. Veel werknemers zijn toen ontslagen en vonden banen in andere sectoren. Verder is ‘werken met je handen’ de afgelopen decennia een negatief begrip geworden, waardoor het steeds moeilijker is om jongeren enthousiast te maken voor de bouw.

In de coronaperiode was het moeilijk om buitenlands personeel aan te nemen. Ook al zijn die beperkingen nu verleden tijd, toch blijft het lastig om geschikte arbeidsmigranten te vinden omdat er in vele EU-landen sprake is van personeelskrapte.

Mede door de personele problemen schakelen bouwbedrijven in toenemende mate over op automatisering van de productie. Digitalisering en robotisering zijn belangrijke nieuwe trends. Tot 2030 investeert de bouwsector in Nederland naar schatting zo’n 300 miljoen euro in bouwrobots. Ook groeit de inzet van inspectiedrones, slooprobots, 3D-betonprinters, autonoom rijdende graafmachines en andere hightech bouwhulp jaarlijks gemiddeld met 15 procent. Maar ook die automatisering vraagt om specifieke vaardigheden en andersoortige vakmensen zoals IT-medewerkers. Ook die zijn moeilijk binnen te halen omdat er sprake is van een groot tekort.

Daarnaast speelt op personeel gebied de oplopende vergrijzing in ons land. Ervaren vaklui die de sector verlaten zonder dat er voldoende aanvoer is van onderaf. Om tot personele oplossingen te komen zetten bouwconcerns steeds vaker eigen ‘academies’ op om eigen mensen op te leiden en bij te scholen.

Wat in nagenoeg elke deelsector in de bouw speelt is dat de vraag vanuit de markt terugvalt door de stijgende rente en haperende economie. De verduurzamingsopgave verzacht de pijn, waardoor de krimp in de bouwsector beperkt blijft. Op de langere termijn ziet het plaatje er voor alle deelsectoren goed uit. We voorzien veel renovatiewerk en de energie-transitie vraagt op een breed front bouwkundige aanpassingen. De Europese doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, zal alle bouwsectoren goed doen. Daarnaast wil de Nederlandse regering dat er vanaf 2024 jaarlijks 100.000 (nieuwe) woningen bijkomen.
In korte tijd is de vraag naar woningen aanzienlijk afgenomen. De rente is versneld verhoogd. Dat maakt opdrachtgevers terughoudend. Ook kunnen particulieren minder hypotheek krijgen bij de nog altijd hoge vraagprijzen. Ook kreeg de koopkracht van de consument een forse knauw door de hoge inflatie. Het aantal verkochte nieuwbouwwoningen lag in 2022 ongeveer 28 procent onder het niveau van 2021. Behalve vraaguitval kampt de bouw ook met schaarste aan bouwlocaties en een trage vergunningverlening.
 
Ook de productie in de infrasector daalt naar verwachting in 2023 en 2024. Zowel als het gaat om nieuwe projecten alsook bij onderhoud. De infrasector heeft veel last van de stikstofproblematiek waardoor projecten uitgesteld moeten worden. Komt het kabinet hiervoor met een oplossing en kijken we iets verder dan zien we volop lichtpunten. Er is een groeiende focus op het ontwerpen en bouwen van duurzame (klimaatadaptieve) infrastructuur. Denk aan laadstations voor elektrische voertuigen, de aanleg van slimme, sensorgestuurde verkeers- en transportsystemen en het verduurzamen van bestaande infrastructuur.
De bouw van nieuwe bedrijfspanden laat de komende jaren een dalende trend zien. Vooral de bouw van nieuwe kantoorgebouwen en winkels daalt fors. Ook hier is de snel gestegen rente de belangrijkste boosdoener. Andere factoren die meespelen zijn het thuiswerken (na corona voor een deel overeind gebleven) en het tekort aan geschikte locaties; bijvoorbeeld voor logistiek vastgoed. Deze negatieve trends worden deels gecompenseerd door de verduurzamingsgolf: bedrijfshallen, loodsen, scholen en overige bedrijfsgebouwen worden de komende jaren volop toekomstbestendig gemaakt. 
Tegen de trend in liet de installatiesector in 2022 een groei zien van ongeveer 5 procent. Een gelijksoortige groei wordt voorzien voor 2023 en 2024. Met dank aan de energietransitie en het streven naar meer duurzaamheid. Vooral de vraag naar technische installaties zoals warmtepompen en ventilatiesystemen is groot. Volgens het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2023 nam het aantal geïnstalleerde warmtepompen in 2022 met 57 procent toe. Wel heeft de installatiebranche ook grote moeite met het vinden voldoende gekwalificeerd personeel.

Steeds meer bouwbedrijven hebben moeite om winst te maken. Veel bedrijven werken break-even of zelfs met verlies, in de hoop dat het spoedig beter zal gaan. Het probleem is dat bouwbedrijven de hogere kosten vaak slechts gedeeltelijk kunnen doorbelasten door hun prijzen te verhogen. Vooral voor installateurs en aannemers is dat een moeilijk verhaal richting eindklant. De willingness to pay bij de eindklant heeft zo zijn grenzen. Het gaat erom de balans te vinden tussen welke kosten wel door te rekenen zijn en de welke niet.

Door hun prijzen te verhogen lopen bouwbedrijven het gevaar dat de (mogelijke) klant overstapt naar een ander. Verder betekent het oplopen van de prijzen dat bouwprojecten duurder uitvallen. Het kan opdrachtgevers (investeerders, ontwikkelaars, overheden, woningcorporaties en particulieren) doen besluiten om nog even te wachten en bouwprojecten uit te stellen.

Bijkomende complicatie bij bouwprojecten is dat aannemers en opdrachtgevers overeen moeten komen hoe wordt omgegaan met tussentijdse nieuwe prijsstijgingen van bouwmaterialen en vertraagde levering. Bouwers kunnen de gevolgen hiervan niet volledig op zich nemen omdat projecten hierdoor verliesgevend kunnen worden. Ook deze onzekerheden maken opdrachtgevers kopschuw.

Doordat bedrijven prijsverhogingen slechts gedeeltelijk doorberekenen, komst de cashflow onder druk te staan. Om toch te beschikken over voldoende werkkapitaal besluiten veel bedrijven om wat langer te wachten met het betalen van hun facturen. Hierdoor ontstaat een domino-effect; bouwbedrijven brengen elkaar in de problemen. Met als logisch gevolg dat de kans op wanbetaling en faillissementen toeneemt. Ook gezonde bedrijven kunnen hierdoor geraakt worden. Een grote onbetaalde factuur is een nachtmerrie voor veel ondernemers.

Wij verwachten dat de faillissementen in Nederland in 2023 met +52 procent zullen stijgen. Daarmee is Nederland koploper in de EU. Als meest kwetsbare sectoren zien wij de bouw, horeca en transportbedrijven. Wat hierbij ook speelt is dat veel MKB-bedrijven gedwongen worden corona-schulden en achterstallige belasting te betalen. Veel bedrijven kunnen daar niet aan voldoen en zullen failliet gaan.

Ondanks de vele rode signalen voor 2023 zijn de lange termijn vooruitzichten gunstig voor de bouw. We voorzien een sterke golf aan opdrachten om woningen duurzamer te maken. Ook het bedrijfsleven staat voor een energietransitie. De Europese doelstelling om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, zal de vraag naar renovatie- en isolatiewerken stimuleren.

De bouwsector heeft een enorme opportuniteit om op lange termijn in te spelen op de energietransitie. Al ontbreekt het nog wel aan visie en samenwerking. Het is aan de overheid om particulieren en bedrijven duidelijkheid te bieden met informatiecampagnes. Ook vanuit de financiële sector is de helpende hand nodig. Veel particulieren en ook bedrijven tasten in het duister over wat er qua financiering wel en niet mogelijk is. Banken kunnen daarbij helpen en duidelijkheid bieden.

Na een periode van daling lijkt het ondernemersvertrouwen in de bouwsector te stabiliseren. Dat is mede te verklaren door de energieprijzen die enigszins normaliseren. Ook lijkt de inflatie (op een hoger niveau) onder controle. Heel hard zal het herstel na 2023 niet gaan. We verwachten dat het waarschijnlijk tot 2025 zal duren voordat de sector weer boven het pre-pandemische niveau uitkomt.

De klap van onbetaalde facturen en plotselinge faillissementen van afnemers is op te vangen door het afsluiten van een kredietverzekering. We hebben voor elk type bedrijf een oplossing. Of een factuur wel of niet wordt betaald is geen zorg meer, bedrijven zijn met onze kredietverzekering zeker van hun geld. Dat biedt veiligheid en haalt onrust weg. Wij nemen het debiteurenrisico over van het bedrijf. Betalen klanten niet? Dan stellen wij het getroffen bedrijf schadeloos. Daarnaast bieden we bedrijven die bij ons een kredietverzekering afsluiten informatie over de kredietwaardigheid van hun (mogelijke) klanten. Op dagbasis analyseren wij de financiële situatie van klanten en prospects.
Wilt u meer weten over hoe een kredietverzekering ook jouw bedrijfsvoering kan ondersteunen? Of heb je andere vragen?