Het aandeel van goederen en diensten van Rusland en Oekraïne in de wereldhandel is beperkt. Toch is het effect van het oorlogsconflict op de wereldeconomie groot. Vooral door het aangetaste vertrouwen, de prijsstijging van olie, gas en vele grondstoffen en de verdere verstoring van de handelsketen. De winstgevendheid in vele sectoren staat hierdoor stevig onder druk.

In tegenstelling tot de invasie van de Krim in 2014, veroorzaakt de huidige oorlog een enorme schokgolf op de grondstoffenmarkten. Olie- en gasprijzen bereikten recordhoogten. Tarweprijzen stegen met +40%. En de nikkelhandel op de London Metal Exchange moest vorige maand worden stopgezet. Sindsdien zijn de meeste grondstoffenprijzen weliswaar weer iets gedaald maar ze blijven op hoge niveaus.

Bedrijven hebben daar last van. In sommige sectoren bestaat het grootste deel van de bedrijfskosten uit grondstof-gerelateerde inkopen. Zo is 80% van de operationele kosten in de metaalsector gerelateerd aan energie en metalen. In de agrifoodsector 60% aan landbouwgrondstoffen.

De prijsdruk is groot bij grondstoffen die cruciaal zijn voor elektronica: palladium voor chips en sensoren; neon-, xenon- en kryptongas voor lithografieverwerking voor halfgeleiders. Al vóór de oorlog stond er spanning op het aanbod. De huidige crisis vergroot de druk en tekorten. De automobielsector wordt getroffen, aangezien Rusland aluminium, nikkel en lithium produceert die essentieel zijn voor batterijen voor elektrische voertuigen.

Blijven de huidige prijsniveaus voor olie, gas en grondstoffen het hele jaar zo hoog, dan worden de energie- en metaalsector het hardst geraakt. Dat komt omdat zij een relatief laag prijszettingsvermogen hebben. Dat wil zeggen dat ze de hogere inkoopkosten moeilijk kunnen doorbelasten richting afnemers. Wel zullen beide sectoren winstgevend blijven bij de huidige prijsniveaus.

Een verdere stijging van de grondstofprijzen kan in sommige sectoren alle winst wegvagen. Stabiliseert de Brent-olieprijs rond een gemiddelde van 140 dollar per vat, dan zal de luchtvaartsector in de rode cijfers terechtkomen als de vliegtuigmaatschappijen de kostenverhoging niet aan de consument kunnen doorberekenen. Andere sectoren, zoals de chemiesector, hebben veel meer speelruimte. De metaalsector wordt dubbelgeraakt, zowel door de hoge olieprijs alsook door de hogere grondstoffen. Beide maken een groot deel uit van hun bedrijfskosten.

Een verdere prijsstijging van industriële metalen met 15% kan de winstgevendheid van de sector huishoudelijke apparaten naar nul doen dalen als de kostenverhoging niet door te belasten is aan de consument. Een verdere prijsstijging van +60% van landbouwgrondstoffen of +50% van de metaalprijzen zou hetzelfde effect hebben op de sectoren agrifood en metalen. Aan de andere kant van het spectrum lijken computers & telecom en chemicaliën hogere grondstofprijzen te kunnen absorberen.

Als de oorlog heviger wordt en de wereldeconomie in ons black-outscenario terechtkomt (met als gevolg aanhoudende stijging van grondstofprijzen) zullen ook detailhandels- en recreatiediensten een klap krijgen. Uit de meest recente mobiliteitsgegevens blijkt nu al dat consumenten in de VS, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk minder vaak naar winkels en restaurants gaan. Als de kosten voor boodschappen en de maandelijkse energierekening blijven stijgen, ligt het voor de hand dat consumenten niet noodzakelijke uitgaven uitstellen of annuleren.
Door corona en de staatsteun die is geboden, zijn de faillissementscijfers op een kunstmatige manier op een zeer laag niveau terechtgekomen. Bij een langdurige crisis zal de normalisering van de faillissementscijfers verder worden vertraagd. Als energie- en grondstofprijzen blijven stijgen, zullen sommige regeringen bedrijven opnieuw steunprogramma’s optuigen. De Franse regering heeft op 16 maart steunmaatregelen aangekondigd die in 2022 kunnen oplopen tot 130 miljard euro. De regering biedt tot 30 miljard euro aan energiesubsidies en tot 100 miljard euro aan extra door de staat gegarandeerde leningen. Dergelijke maatregelen voorkomen dat bedrijven failliet gaan. We verwachten nu dat het aantal faillissementen in 2022 met een bescheiden +8% zal groeien.